Recensie van Arnon Grunberg, De man zonder ziekte
De man zonder ziekte is de titel van de laatste roman van Arnon Grunberg. De hoofdpersoon uit deze roman, Samarendra Ambani (Sam) zegt over zichzelf dat hij ‘vooral gezond is, geestelijk en lichamelijk.’ Aan deze gezondheid komt een einde wanneer Sam naar Irak vertrekt om voor een schimmige organisatie een operagebouw te ontwerpen. Sam wordt gevangen gezet en gemarteld: zijn neus wordt gebroken en er wordt over hem heen geplast.
Hoewel Grunberg eerder ideeënromans schrijft dan psychologische romans, valt er met de DSM-standaard bij de hand toch wel het één en ander aan psychiatrische problematiek te ontdekken. Zo verzoekt Sam na terugkomst uit Irak zijn vriendin om in de douche over hem heen te plassen en vraagt hij of ze hem met ‘hond’ aan wil spreken. Maar ook voordat hij zijn traumatische ervaring krijgt, lijkt er al het een en ander bij Sam te spelen. Hij zegt over zichzelf dat hij zijn hartstocht soms kwijt is, ‘zoals een sjaal zoek is’. Ook kan hij weliswaar de schoonheid van architectonische constructies zien, ‘maar zijn de gebruikers altijd abstract gebleven’. Hij heeft moeite met het uiten van emoties en andere mensen lijken hem continu voor de grootste raadsels te stellen. Een stoornis in het autistisch spectrum wellicht? En hoe zit het met zijn ervaring van de werkelijkheid? Heeft hij nu wel of niet gedaan waarvan hij wordt beschuldigd, en weet hij zelf eigenlijk wel zeker wat er is gebeurd? De man zonder ziekte is niet alleen een boeiende ideeënroman, het is zeker ook voer voor psychiaters.
Deze recensie is verschenen in Medisch Contact